Wie het slachtoffer wordt van geweld, moet snel en adequaat worden geholpen. Voor homoseksuelen, lesbiennes, biseksuelen en transgenders (afkorting HLBT) was dat niet altijd het geval. Neerbuigende reacties en onwelwillendheid leidden ertoe dat veel HLBT’s geen aangifte deden van geweld of discriminatie. Door een actief beleid van de politie is hier gelukkig verandering in gekomen. En specifieke politieteams Roze in Blauw zorgen ervoor dat het onderwerp bij de politie op het netvlies blijft staan.

De officiële cijfers over het aantal meldingen geven echter een onduidelijk beeld: terwijl in West-Brabant een sterke stijging wordt vastgesteld, is het aantal in Eindhoven nog maar een fractie van het hoge aantal een aantal jaren geleden. Zojuist benoemd GroenLinks-raadslid Kay Sachse wil hier duidelijkheid over: “Is nu de bereidheid om aangifte toch weer gedaald of is het aantal incidenten verminderd? Of precies andersom?” Sachse wil duidelijkheid hierover en heeft op 24 mei 2016 een aantal raadsvragen ingediend om hier helderheid in te krijgen. “En dan willen we ook meteen weten wat de gemeente doet om het aantal incidenten te verminderen. HLBT’ers moeten immers hand in hand op straat kunnen lopen zonder bang voor agressie te zijn.”

De politie in het gebied West-Brabant en Zeeland heeft het afgelopen jaar veel meer meldingen geregistreerd van discriminatie van lesbische vrouwen, homoseksuele mannen, biseksuelen en transgenders (HLBT’s). Het gaat hierbij om een aantal van 320 meldingen van discriminatie wegens seksuele voorkeur. In 2014 lag dat cijfer nog bij 136. In Oost-Brabant lijkt de trend echter omgekeerd: terwijl in Tilburg en Breda het aantal meldingen van 92 resp. 102 naar 137 resp. 105 steeg, daalde het in Eindhoven juist 158 naar 31 meldingen. 

Volgens de politie is de stijging in de politie-eenheid West-Brabant en Zeeland mogelijk te wijten aan extra investeringen in de aanpak van discriminatie-incidenten. Hierdoor stijgt de bereidheid van HLBT’s om aangifte te doen, aldus de politie. Op basis van deze tegenstrijdige cijfers in de politie-eenheden heeft GroenLinks de volgende vragen:

  1. Is het college bekend met de cijfers van de politie-eenheid Oost-Brabant (en andere politie-eenheden)?
  2. Hoe verklaart het college de verschillende ontwikkelingen in de twee politie-eenheden?
  3. Zoals boven vermeld is de stijging in West-Brabant en Zeeland mogelijk te wijten aan extra investeringen zodat HLBT’s eerder bereid zijn om aangifte te doen. Betekent dit dat in Oost-Brabant juist het tegenovergestelde het geval is? Welke (extra) middelen zijn wél voor anti-discriminatie beschikbaar?
  4. Kan het college toelichten welke maatregelen zijn genomen om enerzijds de bereidheid tot aangifte te verhogen en anderzijds alle vormen van HLBT-discriminatie te bestrijden?
  5. Welke maatregelen heeft het college gepland om de komende jaren actief alle vormen van discriminatie te bestrijden?
  6. Op welke manier wordt hierbij samengewerkt met andere gemeentes, politie-eenheden en organisaties in Nederland?