In de discussie over de inzet van het participatiebudget voor 2014 heeft GroenLinks aandacht gevraagd voor een aantal grote opgaven die op ons af komen met de nieuwe Participatiewet en de aanscherpingen van de WWB. Die wijzigingen hebben een grote impact op de mogelijkheden van mensen om aan een baan te komen. GroenLinks is akkoord met de inzet van het participatiebudget voor 2014 maar vindt dat het college de opgave voor 2015 en later onderschat.
Vanaf 2015 wordt de gemeente verantwoordelijk voor een groot deel van de mensen met een arbeidshandicap die een Wajong uitkering hebben en voor de mensen met een arbeidsbeperking die nu nog naar de sociale werkvoorziening (de Ergon) gaan. Daar mogen straks geen nieuwe mensen meer naar toe, de gemeente moet ervoor zorgen dat deze mensen een passende baan vinden bij een regulier bedrijf. In het landelijke sociaal akkoord is afgesproken dat de werkgevers en overheid samen 125.000 banen gaan creëren voor deze doelgroep. Addertje onder het gras is dat deze banen later beschikbaar hoeven te zijn dan dat de mensen uit de Wajong en SW gaan uitstromen naar de gemeente.
De wethouder is van mening dat we als gemeente vooral de bedrijven moeten faciliteren om de banen te gaan creëren, maar dat de verantwoordelijkheid daarvoor bij hen moet blijven liggen. GroenLinks vindt dat wij de verantwoordelijkheid voor deze mensen sterker moeten voelen. Als deze mensen geen passend werk vinden en in de bijstand terecht komen, gaan ze er in inkomen flink op achteruit, met alle negatieve gevolgen voor hen en hun huishoudens vandien. Daarnaast is het maar de vraag is of de gemeente voldoende gecompenseerd wordt voor deze extra uitkeringen door de overheid. Dit zijn twee redenen waarom we ons extra moeten inzetten voor deze doelgroep, en de werkgevers scherp aan de afspraken moeten houden. De meerderheid in de Raad wil nog even afwachten tot de participatiewet is vastgesteld, en hier dan pas over na gaan denken. GroenLinks zal zich inzetten om de situatie van de Wajongers en SWers hoog op de agenda te houden.
Een tweede punt waar we voor hebben gepleit is duurzame uitstroom. GroenLinks wil niet dat er draaideurwerknemers gaan komen, doordat werkgevers mensen tijdelijk in dienst nemen en daar subsidie voor krijgen vanuit de overheid, maar vervolgens mensen na korte tijd weer ontslaan. Dat wil niet zeggen dat tijdelijk werk per definitie verkeerd is, maar dan moet het wel de kansen voor mensen vergroten. Wij willen promoten dat bedrijven die goed bezig zijn, bv met een keurmerk voor verantwoord ondernemen, voorrang krijgen bij de besteding van de participatiemiddelen. De wethouder heeft toegezegd dit uit te gaan werken en dan bij de Raad terug te komen.
Het laatste punt wat we belangrijk vinden is de voorwaarden die straks gaan gelden bij de verplichte tegenprestatie. De tegenprestatie moet de gemeente straks verplicht gaan uitvoeren. GroenLinks is principieel tegen – wij vinden dat werk moet lonen – maar als het Rijk het verplicht stelt zullen we hier gehoor aan moeten geven. Daarbij willen we wel maximaal gebruik maken van de beleidsruimte die de gemeente krijgt om het zo goed mogelijk in te richten voor onze inwoners. Daarbij hebben wij de volgende kanttekeningen: GroenLinks vindt dat een tegenprestatie alleen ingezet mag worden als het bijdraagt aan de ontwikkeling van een persoon en de kansen op een baan vergroten. Mensen moeten zelf de mogelijkheid krijgen om een tegenprestatie te bedenken. En de tegenprestatie mag geen banen aan de onderkant van de arbeidsmarkt verdringen. Als de Participatiewet definitief is komen we erop terug, de wethouder heeft toegezegd om de geschetste voorwaarden te betrekken bij de uitwerking.