Veel mensen met een psychiatrische aandoening komen we tegen in onze dagelijkse praktijk, de maatschappelijke opvang (dak en thuislozen), Centrum voor Jeugd en Gezin, overlast gevende gezinnen in kwetsbare buurten, of in de bijstand.
Veel van deze mensen komen in de problemen omdat hun sociale netwerk van familie en vrienden is afgehaakt, men leeft in een isolement met een moeilijk hanteerbare aandoening. Vaak is er ook geen duidelijke diagnose gesteld omdat men de psychiatrie zolang mogelijk ontwijkt. Daarmee ontbreekt ook een adequate behandelmethode waardoor gedragsproblemen jarenlang voortslepen. Dit zijn met name de mensen die wij tegen komen in onze gemeentelijke voorzieningen.
Met de afname van de intramurale bedden in de GGZ is de groep mensen die zelfstandig woont met een psychiatrische beperking enorm gegroeid. Datzelfde geldt overigens ook voor een geheel andere groep mensen met een verstandelijke beperking.

Dankzij ambulante begeleiding zijn zij in staat om een zo normaal mogelijk zelfstandig leven te leiden. Persoonlijk zie ik dit als een enorme vooruitgang. In plaats van mensen ‘weg te stoppen’ in opvangvoorzieningen, proberen we hen zoveel mogelijk een normaal leven te laten leiden. Dat dat niet altijd tot rozengeur en maneschijn leidt moge ook duidelijk zijn.

Van deze beide groepen zijn velen werkzaam in de sociale werkvoorziening of hebben een uitkering. Beide groepen mensen met een psychische aandoening èn mensen met een verstandelijke beperking worden zwaar getroffen door de bezuinigingsmaatregelen van dit kabinet.

Het gaat namelijk in een stad als Eindhoven om tussen de 3 à 4 duizend mensen die nu verspreid over de stad vooral in buurten met veel sociale woningbouw wonen.

Buurten waar de leefbaarheid soms toch al onder druk staat. Acceptatie en tolerantie vooral voor mensen met een psychische aandoening is toch al moeilijk, zeker als de begeleiding en behandeling onder druk komen te staan en mensen terugvallen in onaangepast gedrag (gordijnen altijd dicht, vervuiling in en om het huis, verwaarloosd uiterlijk, gedragsoverlast e.d.).

 

En dan slaat een progressieve beweging van normalisering van mensen met een beperking om in een negatieve beweging van intolerantie en spanningen in een wijk tussen bewoners. En dat dreigt te gaan gebeuren als gevolg van het huidige kabinetsbeleid.

Ongeveer 3500 mensen in Eindhoven krijgen begeleiding aan huis, waarmee een zelfstandig leven mogelijk is. Deze nu nog AWBZ gefinancierde individuele begeleiding wordt nu over geheveld naar de gemeente. Prima, ware het niet dat die overheveling gepaard gaat met een forse korting op het budget. Een gemeente als Eindhoven moet al 55 miljoen bezuinigen, structureel, dus ruimte om deze korting extra bij te passen is er niet.

 

Als mensen nog in behandeling zijn bij GGZ of anderszins, en de meeste hebben een chronische aandoening die slechts beperkt met medicatie beheersbaar is, moeten ze dadelijk een forse eigen bijdrage gaan betalen. En het aantal behandelingen wordt gemiddeld ook minder. Uit landelijk onderzoek blijkt dat mensen met een psychische problematiek in sociaal economisch opzicht een 30% lagere inkomenspositie kennen.  Risico is aanwezig dat mensen de behandeling stop gaan zetten omdat ze het moeilijk kunnen betalen of er niet eens aan beginnen en zorg gaan mijden.

 

De instellingen worden ook gekort, met alle gevolgen vandien. Er zullen meer wachtlijsten ontstaan. Mensen die acuut en snelle hulp nodig hebben kunnen niet adequaat geholpen worden.

 

Wij zijn nu alles op alles aan het zetten zijn om kwetsbare burgers zoals deze mensen in hun eigen kracht te zetten en zoveel mogelijk regie over het eigen leven te geven, ondanks alle beperkingen. Economische zelfstandigheid is daar een belangrijke factor in. Via werkervaringsprojecten proberen we hen met tussenstappen geleidelijk op de gewone arbeidsmarkt te krijgen.

En dan worden we geconfronteerd met de nieuwe wet werken naar vermogen. De sociale werkvoorziening wordt een sterfhuisconstructie, specifieke uitkeringen worden afgeschaft en vervangen door de soberder bijstand, mensen moeten zoveel mogelijk aan het werk. Het klinkt zo mooi: iedereen moet werken naar vermogen en zoveel mogelijk in het eigen onderhoud voorzien. Prima, niets mis mee. Deze mensen willen dat ook maar al te graag! Maar als dat niet gepaard gaat met maatregelen die de arbeidsmarkt openbreken voor mensen met een beperking, dan gaat dat niet lukken. Wat hebben we immers geleerd van de maatregelen van de afgelopen jaren/decennia? De WAGW, de WAO, allerlei pogingen de uitstroom uit de WSW te vergroten, de Melkertbanen, en ga maar door. Om deze mensen in een metaalbedrijf, ziekenhuis, achter de kassa bij AH te krijgen, dat lukt nauwelijks vanwege de wurgende eisen die wij aan de arbeidsproductiviteit stellen.

 

Sommigen lukt het gelukkig wel, gesteund met de juiste behandeling en goede begeleiding. En daar wordt nu dus op bezuinigd. Eigen bijdrage stijgt enorm, daar heb je inkomen voor nodig. Je kunt pas werken als je de juiste behandeling hebt gehad. Maar om de eigen bijdrage daarvoor te kunnen betalen moet je eerste hebben gewerkt. En zo komt men in een onmogelijke spagaat terecht. Een typische catch 22 situatie, waarin iemand twee acties moet verwezenlijken die afhankelijk zijn van elkaar en tegelijkertijd als eerste gerealiseerd moeten zijn.

 

Het Kabinet bijt zichzelf in de staart. Kwetsbare mensen vallen weer terug naar AF. En de lokale overheid worden de instrumenten uit handen geslagen waarmee zij van kwetsbare burgers krachtige burgers kan maken.

 

Lenie Scholten

Wethouder zorg en welzijn

Gemeente Eindhoven

Bovenstaande artikel heeft Lenie Scholten geschreven voor het blad Geestelijke Gezondheidszorg