Hoewel de huismus nog steeds een van de meest getelde vogels is in Nederland, staat het de huismus inmiddels op de rode lijst van bedreigde diersoorten. De populatie loopt schrikbarend snel achteruit. Ook de gierzwaluw vindt steeds minder ruimte in de stad. Twee vogels die zorgen voor een levendige stadsnatuur, wat direct ook weer effect heeft op de beleving van de stad van mensen en de leefbaarheid van de stad.
Om een eerste stap te zetten in de kentering van de afname van deze vogels diende GroenLinks een motie in tijdens de gemeenteraadsvergadering van dinsdag 4 oktober. Zowel wethouder Fiers (PvdA) en Schreurs (D66) als raad zag het echter niet zitten.
Huismussen komen we steeds minder tegen in Eindhoven en ook het aantal gierzwaluwen lijkt achteruit te gaan. Dat komt door de grote afhankelijkheid van deze vogels aan de mensen in de stad. Of beter gezegd, aan de manier waarop wij onze stad inrichten.
In de stad moeten stadsvogels hun eten kunnen vinden, een plek om te broeden en – ook niet onbelangrijk – een plek om de schuilen bij gevaar.
Met veranderingen aan huizen, tuinen en in het groen verdwijnen die mogelijkheden nogal eens. Maar als we rekening houden met de vogels, levert een verandering een verbetering voor ons, maar ook een verbetering voor hen op.
Eindhoven heeft een aantal mooie projecten voor deze vogels gerealiseerd. Zoals de dakpannen bij de renovatie van het Vonderkwartier, de ingebouwde neststenen in Meerhoven en het vorige week door wethouder Fiers geopende kunstwerk in de Bergen waar de mussen kunnen broeden. Daar mogen we als stad trots op zijn.
Toch gaat het niet zo goed met de bestaande kolonies huismussen in onze stad. De groepen zijn verzwakt. Zij hebben een omgeving nodig waarin zij kunnen nestelen, waarin zij kunnen jagen en drinken en waarin zij zich kunnen verstoppen.
Deze tijd van financiële krapte vraagt om creatieve oplossingen met effect. Hoe klein dan ook.
Realiserend dat we er met een paar oplossingen niet zijn, wilde GroenLinks toch samen met deze raad en dit college een volgende stap nemen in de juiste richting. Zeker op dierendag.
GroenLinks stelde daarom het volgende voor het college te verzoeken tot:
1. het nemen van vogelvriendelijke maatregelen te stimuleren door dit als voorwaarde op te nemen in de aanbestedingen van nieuwbouw in de stad (hierbij kan gebruik gemaakt
worden van de checklist natuurvriendelijke maatregelen aan gebouwen die de Vogelbescherming i.s.m. BAM utiliteitsbouw heeft ontwikkeld)
2. het stimuleren van het plaatsen van nestkasten voor zowel huismussen als gierzwaluwen door bij vergunningaanvragen voor dakrenovaties te adviseren een vogelvide te plaatsen
3. er bij de groeninrichting en het beheer op toe te zien dat bestaande en nog te plannen groenvoorzieningen in de wijken voldoende diversiteit hebben (bomen, grasvelden met hoger gras, struiken en kruiden, met een voorkeur voor inheemse soorten en water) om stadsvogels voldoende kans te geven zodat ze voor de stad kunnen worden behouden
Omdat dit in verschillende portefeuilles viel van de wethouders, werd er door twee wethouders een negatief advies gegeven op deze motie. Wethouder Fiers (PvdA) vond dat de gemeente al genoeg deed door een GPR score van 7 te hanteren bij het aanbesteden van nieuwbouw. Daarmee was voor haar dan ook de kous af en ze had geen zin om een lijstje in het leven te roepen. Wanneer we daar iets voor willen regelen, stelde ze, moet GroenLinks dat maar landelijk gaan regelen.
Wethouder Schreurs (D66) vond dat wanneer de gemeente haar maaibeleid zou aanpassen aan de omstandigheden voor vogels en wanneer we met het inrichten van ons groen rekening gaan houden met de natuur we een top-down overheid worden. Dat is volgens haar niet de bedoeling van deze coalitie. Zij wilde dus niet aan de slag met deze motie.
Bijna alle partijen uit de stad volgde de redeneringen van deze wethouders. Uiteindelijk bleek SP de enige partij in de raad te zijn die de motie van GroenLinks ondersteunde.
Om wethouder Brink te citeren: "Motie meer ruimte voor mussen en zwaluwen haalt het niet. Daaag vogels......"