In de raadsvergadering van 20 december is een amendement van GroenLinks en PvdA om 100.000 euro vanuit het participatiebudget in te zetten voor sociale activering aangenomen. Hierdoor is er meer geld beschikbaar voor de mensen die wellicht niet naar welk geleid kunnen worden, maar wel kunnen stijgen op de zogenaamde participatieladder.

De toelichting bij het amendement is als volgt:

Met het participatiebudget willen we bereiken dat mensen stijgen op de participatieladder. Het eerste doel daarbij is uitstroom naar betaald werk, maar er ligt ook een verantwoordelijkheid voor de gemeente om de overige groep, die wel potentie hebben tot stijging op de ladder, maar in eerste instantie nog niet naar betaald werk, te bedienen. Volgens de aanvullende informatie gaat het hierbij om 1.171 mensen die de potentie hebben om te stijgen hebben op de participatieladder, tot en met trede 4.

Het college stelt voor om deze doelgroep te bedienen vanuit de Wmo. Daarbij wordt gekeken naar het stedelijk kompas en naar een pilot bij het vrijwilligerspunt. Dit zijn goede instrumenten maar in onze ogen is de capaciteit daarvan ontoereikend om deze groep te bedienen. Immers, op dit moment worden er 40 mensen vanuit het stedelijk kompas bediend, en 12 vanuit het vrijwilligerssteunpunt (waarvan de te verwachten stijging maximaal 50 is). Daarmee komen we op een aantal van ongeveer 90 personen dat vanuit de Wmo te bedienen is. Een oplossing is gelegen in het nieuwe sociale beleid, waarbij we kunnen kiezen om de sociale activering/participatie van mensen mee te nemen in de nieuwe kaders. Maar dit beleid is nog niet vastgesteld. Daarmee is er nu onvoldoende grond om te verwachten dat deze doelgroep vanuit de Wmo bediend gaat worden.

De indieners zijn van mening dat voor deze doelgroep een verantwoordelijkheid ligt vanuit het participatiebudget. Het gaat immers om mensen die gefaciliteerd moeten worden om te kunnen stijgen op de participatieladder. Wij stellen dan ook voor om een bedrag te reserveren vanuit het participatiebudget om specifiek voor deze groep in te zetten.

Wij stellen voor een bedrag van € 100.000 te reserveren voor het eerste half jaar van 2012. Wij verwachten van het college dat zij tijdens dit eerste half jaar in kaart brengt wat de behoefte is van de doelgroep en rapporteert hoeveel mensen er opgeroepen zijn en hoeveel trajecten er in gang zijn gezet. Na een half jaar zal de raad evalueren wat de inzet is geweest en besluiten of er eventueel extra middelen nodig zijn.