Vijf jaar geleden hield de gemeenteraad een hoorzitting over de signalen die we ontvingen over de situatie in de daklozenopvang. Een groep raadsleden, waaronder Renate Richters namens GroenLinks, ging in gesprek met mensen uit de doelgroep en de betrokken instellingen in gesprek over de vraag: 'hoe komst het nou dat sommige daklozen zich met succes door de opvangketen bewegen en andere terug- of uitval ervaren?' Dit resulteerde in een boekje met daarin een schets van de problematiek en aanbevelingen aan het College voor de aanpak van dak- en thuisloosheid, in het programma Stedelijk Kompas.
Inmiddels zijn we vijf jaar verder. De looptijd van het Stedelijk Kompas zit erop, in 2015 wordt er een plan van aanpak gemaakt voor het vervolg.
Met de aanpak van het Stedelijk Kompas zijn een aantal veranderingen in gang gezet, en dat begint zijn vruchten af te werpen. Meer mensen hebben een woning gevonden, zijn in traject of hebben uitzicht op een vaste baan. Maar ook nu krijgt de gemeenteraad verschillende signalen. Signalen dat er meer mensen op straat zouden slapen, signalen dat de voorzieningen niet zouden aansluiten bij de behoefte, bv door het sluiten van de nachtopvang.
Dat was voor GroenLinks een reden om het onderwerp opnieuw op de agenda te zetten. Fractievoorzitter Renate Richters organiseerde een ronde tafel gesprek met vertegenwoordigers van de clienten en de betrokken instellingen. Met hen hebben we gesproken over een aantal belangrijke thema’s:
- Hoe ziet de doelgroep er momenteel uit? Klopt de waarneming dat er meer mensen op straat komen?
- Werkt het beleid wat we hebben ingezet van het stedelijk kompas en WIJeindhoven? Kunnen we ervoor zorgen dat mensen betere hulp krijgen, minder versnipperd, kortere lijntjes, en zorgen we daarmee dat mensen minder specialistische hulp nodig hebben?
- En als we daarin slagen, passen de voorzieningen die we nu hebben daar dan bij, qua omvang maar ook qua diversiteit?